Van turnen tot atletiek: de sekstape-zaak Zoë Sedney laat zien dat veiligheid van vrouwen in de sport nog steeds geen prioriteit is…

De afgelopen weken is de Nederlandse sportwereld opgeschrikt door de zaak rond atlete Zoë Sedney en de manier waarop de Atletiekunie hiermee is omgegaan. Ik schrijf dit niet omdat ik deel uitmaak van deze zaak, maar omdat ik de patronen herken. Vanuit mijn expertise zie ik opnieuw dezelfde mechanismen die we eerder in het turnen zagen. Het laat zien dat dit geen incident is, maar een systemisch probleem. De vraag die ik mezelf stelde was: wat heeft de zaak Zoë Sedney gemeen met het turnschandaal? In deze blogpost geef ik daar antwoord op.

De reconstructie

Zoë Sedney werd zonder toestemming gefilmd tijdens seks met een collega-atleet. Ze deed aangifte, maar trok die later in. De Atletiekunie legde de mannelijke atleet een tijdelijk trainingsverbod op, waarna hij onder voorwaarden weer terug mocht keren. Zoë Sedney raakte in een depressie en voelde zich onvoldoende gesteund door de bond. Uiteindelijk sprak de Atletiekunie uit “tekortgeschoten” te zijn, maar pas nadat de druk vanuit media en sporters toenam.

Tegelijkertijd spraken meerdere atleten zich uit. Jorinde van Klinken wees erop dat dit soort zaken veel vaker voorkomen dan naar buiten komt. Anderen gaven aan bang te zijn hun mond open te doen, uit vrees dat ze hun plek in de ploeg of selectie zouden verliezen. Journalisten die vragen stelden kregen weerstand en framing terug. Het beeld is er één van paniekvoetbal en afdekken, in plaats van transparant en proactief handelen.

Gelijkenissen met turnen

De gelijkenissen met de turnwereld zijn opvallend.

  • Wegkijken en afdekken: net als in turnen zien we dat signalen en meldingen klein worden gehouden.
  • Slachtoffers die alleen staan: de last komt steeds bij de atlete zelf te liggen, in plaats van dat de bond verantwoordelijkheid neemt.
  • Reactief bestuur: er wordt pas gehandeld als de media en publieke druk groot genoeg zijn.
  • Bescherming van imago: reputatie en prestaties (veelal van een man) wegen zwaarder dan integriteit en veiligheid (van veelal) een vrouw.

Precies dit benoem ik ook in mijn boek: als het in turnen zo ernstig mis kon gaan en vervolgens onder het tapijt geschoven werd door bond en NOC*NSF, bij welke sporten gebeurt dit dan nog meer? Het antwoord zien we nu: het is een systeemprobleem.

Theoretisch perspectief

Wat hier speelt is niet alleen individueel wangedrag, maar een machts- en afhankelijkheidsstructuur die diep in de sport is ingebakken. Atleten zijn afhankelijk van coaches, bonden en selecties voor hun carrière. Dat creëert een ongelijk speelveld waarin spreken of melden grote risico’s met zich meebrengt.

Daarnaast zien we hoe organisatiestructuren zijn gericht op het beschermen van prestaties en imago. Veiligheidscultuur is vaak bijzaak, totdat een crisis de boel op scherp zet. Maar crisismanagement achteraf kan nooit compenseren voor het ontbreken van proactief leiderschap en preventie. Als achteraf gehandeld wordt, zijn er al slachtoffers gevallen. En dát is precies wat we niet willen. Toch?

Proactief leiderschap: waar het écht om draait

Wat hier misgaat is niet alleen een gebrek aan regels of procedures. Regels waren er genoeg. Het gaat mis omdat er niet tijdig, empathisch en menselijk gehandeld wordt. Proactief leiderschap betekent:

  1. Kleine signalen serieus nemen. Niet wachten tot het escaleert of in de krant komt, maar meteen in gesprek gaan en de ernst erkennen.
  2. Brandjes blussen terwijl ze nog klein zijn. Hoe eerder je handelt, hoe minder schade voor iedereen. Uitstellen en wegkijken maakt van een incident een schandaal.
  3. Transparant communiceren. Geen framing, geen doofpot, geen vaag taalgebruik. Openheid schept vertrouwen. Als je een managersfunctie hebt mag je gerust je ballen (spreekwoordelijk ;)) laten zien, je zit niet op die functie om verlegen te zijn.
  4. Het menselijk belang vooropstellen. Niet de reputatie van de bond of de medaillekansen, maar het welzijn van de atlete centraal zetten.
  5. Empathie tonen. Luisteren, naast iemand staan, ondersteuning bieden — dat is niet soft, dát is leiderschap.
  6. Durf om verantwoordelijkheid te nemen. Stoppen met wegkijken en doorschuiven, maar zelf de regie pakken en fouten toegeven.

Als dit fundament er was geweest, dan had de zaak rond deze vrouwelijke atlete waarschijnlijk niet kunnen uitgroeien tot een crisis die schadelijk is voor álle partijen: het slachtoffer, de ploeg, de bond en het imago van de sport.

Breder dan sport: een spiegel voor de maatschappij

Wat zich nu in de atletiek afspeelt, is niet uniek voor de sportwereld. Het is hetzelfde mechanisme dat we ook in bedrijven, politiek en onderwijs terugzien: macht concentreert zich aan de top, gedupeerden worden geminimaliseerd of geïsoleerd, en bestuurders handelen pas wanneer de druk van buitenaf te groot wordt. Sport is dus niet alleen een spiegel voor hoe wij omgaan met integriteit en veiligheid, maar ook een testcase voor de vraag: durven leiders werkelijk verantwoordelijkheid te nemen, of kiezen ze voor behoud van imago en positie?

Slot

Nogmaals: ik ben geen partij in deze zaak, maar vanuit mijn kennis en ervaring herken ik dezelfde patronen die we eerder in de turnsport zagen. De sekstape rond Zoë Sedney laat zien dat dit geen incident is, maar een teken van een giftig systeem waarin vrouwen keer op keer het onderspit delven.

De vraag is dus niet alleen wat er in de atletiek is misgegaan, maar vooral: durft de Nederlandse sportwereld eindelijk proactief leiderschap te tonen? Dat betekent preventief aan de slag, brandjes direct blussen, transparant communiceren, empathie tonen en het menselijk belang vooropstellen. Alleen dan voorkomen we dat problemen uitgroeien tot schandalen, en kan er eindelijk een veilige sportcultuur ontstaan.

Bronnen en achtergrond

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *