Petra Witjes (33) is voormalig topturnster. Als klein meisje turnt ze op het hoogste niveau en behaalt ze nationale en internationale prestaties. Ze leert al op jonge leeftijd omgaan met hoge druk. Toch hebben al haar medailles ook een keerzijde: “Op een bepaalde manier uit mijn ogen kijken was voldoende om hem in woede uit te laten uitbarsten.”
Petra is altijd al een beweeglijk kind geweest en start op haar zevende op de plaatselijke gymvereniging. “Mijn trainster zag dat ik goed was in gym en stuurden mij naar een regionale selectiedag. Daar werd ik ontdekt als talent. Vanaf dat moment werden de trainingstijden opgeschroefd en waren de spreekwoordelijke remmen los.
Waar ik aan het begin één keer per week trainde werd het schema uiteindelijk uitgebouwd naar 11 keer per week. ’s Ochtends begon de dag met trainen, daarna ging ik naar school om vervolgens na school meteen weer te trainen. Wanneer ik ’s avonds thuiskwam had ik tijd om te eten, huiswerk te maken en daarna ging ik naar bed. Dit riedeltje herhaalde zich bijna elke dag. De eerste jaren vond ik dat geweldig! Ik wilde op mijn best turnen en daarvoor was het normaal dat mijn dag er zo uitzag.
Ik moest de beste versie van mijzelf worden. Als dat betekende dat ik 35 uur per week moest trainen, had ik dat ervoor over. Ik wilde niets liever dan in de turnzaal staan en turnen. Hoe meer ik ging trainen, hoe meer ik geïsoleerd raakte van de buitenwereld en hoe meer controle mijn trainer over mij kreeg. Als jong meisje ben je je daar niet bewust van, maar mijn hele leven bestond op een gegeven moment uit turnen.”
Speciaal buitenbeentje
“Ik voelde mij aan de ene kant speciaal, omdat ik de kans kreeg om mij op die manier te ontwikkelen. Aan de andere kant was ik best wel een buitenbeentje in vergelijking met mijn leeftijdgenoten. Mijn leven zag er totaal anders uit dan dat van hen. Maar ik wilde supergraag turnen. Door het vele trainen zag ik mijn eigen familie steeds minder en mijn turnfamilie steeds meer.”
In haar tienerjaren klimt Petra steeds verder naar de top en maakt ze deel uit van de Jong Oranje Selectie. De prestatiedruk wordt hoger en hoger. “In die tijd ben ik echt geprogrammeerd tot topsporter. Er ontstond een cultuur waar het koste wat kost ging om presteren.”
Van kwaad tot erger
“De hoge druk die turnen met zich meebrengt is te verdelen in twee aspecten. Allereerst heb je de sport zelf. Wanneer je even niet oplet kun je snel blessures oplopen. Daardoor moet je altijd volledig gefocust zijn om te kunnen presteren. Je kunt nooit een oefeningvoor 90% doen, want dan is het risico te groot dat er iets misgaat. Daarnaast is er de hoge druk vanuit de trainer. Dat begon met een keer schelden en een keer schreeuwen, maar dat ontwikkelde zich steeds verder en ging van kwaad tot erger.”
Op een gegeven moment dreigde hij dagelijks tegen ons en werd hij agressief
“Op een gegeven moment dreigde hij dagelijks tegen ons en werd hij agressief. Om dat te voorkomen moest ik voor mijn gevoel super alert zijn en altijd op mijn tenen lopen. Er hoefde maar iets te gebeuren of hij kon flippen. Dat uitte zich zowel fysiek als mentaal. Op een bepaalde manier uit mijn ogen kijken of een – voor hem – verkeerde beweging maken was voldoende om hem in woede uit te laten uitbarsten.”
Kikkersprongen
“Er was een keer een training waar we sprongen moesten maken. De sfeer was die dag niet goed en de sprongen van meerdere meiden gingen steeds verkeerd. Daarom moesten we op een rijtje staan en gaf de trainer ons vanaf een afstandje een preek. Hij zei dingen als: ‘Jullie zijn een stelletje amateurs en jullie zullen nooit de top bereiken.’ Terwijl hij aan het praten was, voelde ik een nies aankomen, die ik probeerde in te houden. Blijkbaar trok ik daarbij een gek gezicht, want hij dacht ik hem belachelijk maakte. Dreigend kwam hij op mij aflopen, terwijl ik mij van geen kwaad bewust was.
Hij greep mijn arm vast en trok me mee naar een bak met zandzakken. Hij gooide een zandzak in mijn nek en wilde dat ik baantjes kikkersprongen zou maken. Zo’n zak weegt tussen de 10 en 15 kilo en hij wist dat ik een schouderblessure had. Maar dit was mijn straf, omdat ik hem belachelijk had gemaakt. Doordat ik niet begreep wat ik verkeerd had gedaan, was ik in de war en bleef ik stil staan. Hij accepteerde het niet en trapte mij in mijn knieholtes, zodat ik wel moest bewegen. De zandzak viel van mijn schouders en hij beviel me om de zak weer op mijn schouders te gooien. Ik weigerde. Vervolgens stuurde hij mij de zaal uit naar de kleedkamer.”
Ex-topturnster Petra Witjes over misstanden in de turnwereld: ‘Er hoefde maar iets te gebeuren of hij kon flippen’
Obsessieve controle
“Dat moment is een klassiek voorbeeld van de hoge druk van het turnen zelf en van het manipulatieve gedrag van de trainer. De preek die hij ons gaf had aardiger gekund, maar dan gaat het nog over het turnen zelf. Wat er daarna gebeurde, was kindermishandeling. Hij wilde continu obsessief de controle over ons hebben. Toen ik achteraf in de kleedkamer zat, vroeg ik mijzelf nog af of het aan mij lag. Ik dacht: had ik niet gewoon die sprongen moeten doen? Dan had ik de sfeer in de zaal misschien gered. Ik was compleet gehersenspoeld door het machtsmisbruik dat hij vertoonde.” Ook buiten de turnzaal blijft Petra’s trainer controle over haar hebben. “Hij had de macht over alles. Over wat we aten, waar we aten, welke kleding we aanhadden, hoe we onze haren vastmaakten. We moesten hem gehoorzamen.”
‘Ik was compleet gehersenspoeld door het machtsmisbruik’
Het einde van een turncarrière
Ondanks het wangedrag van haar trainer presteert Petra goed en gaat ze naar de Europese- en wereldkampioenschappen. Tot ze op een dag op de balk staat in de turnhal. “De trainer ging verderop in de zaal tekeer tegen een aantal meiden en ik keek naar mezelf in de spiegel. Ik herkende mezelf niet meer en dacht: waarom doe ik dit nog? Ik wilde niet langer meer zijn slaaf zijn en wilde weer controle hebben over mijn leven. Ik liep de hal uit om nooit meer terug te komen.”
Petra is dan 17 jaar en beëindigt haar turncarrière. “Daarna viel ik in een zwart gat. Het turnen gaf mij ook altijd een kick. Met turnen daagde ik mijzelf constant uit. Ik miste het neerzetten van een goede oefening en het applaus dat ik kreeg. Mijn identiteit was turnen. Wie was ik nog zonder dat? Ik voelde mij ongelukkig en gebroken. Aan de andere kant was ik vanuit de topsport gewend om altijd door te gaan. Ik ben getraind tot een gedisciplineerde doorzetter.”
‘Mijn zoon was mijn redding’
“De jaren daarna gunde ik mijzelf dan ook geen tijd om terug te kijken en te herstellen. Ik stopte het turnmisbruik weg en moest door van mezelf. Steeds doorgaan om maar niets te hoeven voelen. Mijn lichaam snapte er niks meer van. Dat was opgeleid om te presteren als topturnster, in plaats van mee te draaien in de normale wereld. Uiteindelijk belandde ik in een burn-out.
De grote ommekeer in mijn leven was uiteindelijk de geboorte van mijn zoon. Hij is mijn redding geweest. Door zijn geboorte ging er een knop om in mijn hoofd en had ik weer een doel in het leven.”
Om ogen te openen en mensen te inspireren deelt Petra als spreker en ervaringsdeskundige haar verhaal. “Voor de topsporters van nu hoop ik dat ze de ruimte nemen en krijgen om zichzelf te ontwikkelen naast hun sport. Je bent zoveel meer dan alleen de sport. Stel, je hebt olympische medailles gehaald, maar niet je persoonlijkheid ontwikkeld. Wie ben je dan nog wanneer je uit de topsportwereld stapt? Durf verder te kijken en kies voor jezelf.”